Vroeger was Chili vooral bewoond door oude Indianenstammen, als de Atacameños, de Diaguitas en de Changos. Veel resten van oude Indianendorpen en steden zijn daarom nog te vinden in het huidige Chili. Vooral in het noorden, rondom het Andesgebergte waar vroeger veel aan de jacht werd gedaan door de Indianen, vind je prachtige overblijfselen van de oude beschavingen. Rond het jaar 1530 kwamen de Chileense stammen in aanraking met stammen van buitenaf (voornamelijk de Inca's uit Peru). De Inca's wisten de Chileense Indianen te overmeesteren en waren vanaf dat moment de baas in een groot deel van wat op dat moment Chili was. Dat was alleen niet voor lang, want rond het jaar 1540 trokken de Spanjaarden Chili binnen en wisten ze iedereen te overmeesteren en alles leeg te plunderen.

Bijna 300 jaar later in het jaar 1810 brak de onafhankelijkheidsoorlog in Chili uit, waardoor Chili in het jaar 1817 van haar Spaanse bezetter af was. Daarop volgde tientallen jaren van oorlog met de buurlanden Bolivia en Peru. Een tijdje daarna werd het rustig, maar ook daar ging het weer goed fout. In het jaar 1891 brak de Chileense burgeroorlog uit. Door de burgeroorlog was het een hele tijd erg onrustig in Chili. Uiteindelijk kwam daar tot het jaar 1973 verandering in en was het land op economisch en sociaal niveau sterk gegroeid. Van 1973 tot 1990 had een militaristisch regime de macht. Daarna zette de groei weer door en werd Chili steeds stabieler tot hoe het nu is.